Portrait of Max

Ik ben Max. Dit is mijn verhaal.

Read this story in English

Over Max

De Molukken vormen een eilandengroep die onderdeel uitmaakt van het huidige Indonesië. Max kwam in 1951 als kleuter naar Nederland, omdat zijn vader in het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) had gediend. Het gezin Papilaja-Wattimena woonde 19 jaar in kampen, voordat ze een huis toebedeeld kregen. Max draagt de achternaam van zijn moeder, in overeenstemming met de wens van zijn grootouders van moederszijde – dit is op de Molukken gebruikelijk. Inmiddels woont Max in Huizen. Als bestuurslid van Stichting Happy Green Islands helpt en ondersteunt hij de Molukken, in samenwerking met andere Nederlandse en Molukse organisaties.
Wij hebben Max een aantal vragen gesteld zodat je hem beter kunt leren kennen.

V: Wat vindt u leuk om te doen?
A: Ik houd erg van volleyballen. Dat doe ik al 52 jaar. Momenteel geef ik training in Huizen. Soms denk ik dat ik er te oud voor word, maar ik vind het nog te leuk om te doen!

V: Wat eet u zo doordeweeks?
A: Ik kook niet veel. Ik schuif vooral aan bij anderen: mijn broers, zussen, vrienden. Vaak kan ik daar vele avonden terecht. Als ik thuis en lui ben, koop ik een Albert Heijn magnetronmaaltijd.

V: Hoe ziet uw ochtendritueel eruit?
A: Ik heb een duidelijk ochtendritueel. Ik start de dag met 10x opdrukken en buikoefeningen: dat maakt het lichaam goed los. Dan ga ik op mijn telefoon, mails en berichten beantwoorden.

Luister naar het verhaal van Max

Lees het verhaal van Max

‘Ga naar school en help de Molukken’. Dat antwoordde mijn vader steevast, als ik hem vroeg hoe het leven in het Koninklijk Nederlands Indisch Leger, het KNIL, was geweest. In plaats van een antwoord, gaf hij mij deze twee opdrachten. In mijn 72 jaar in Nederland, heb ik deze woorden altijd geprobeerd na te leven.

We zouden na zes maanden weer terug kunnen keren, als de rust in Indonesië bedaard was. Dat was het idee.

In 1950 was het KNIL, dat voor Nederland had gevochten om de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd te controleren, opgeheven. Net als mijn vader hadden veel van ons, Molukkers, deel uitgemaakt van dit leger. Het KNIL moest worden gedemobiliseerd op de Molukken, maar Indonesië hield de overtocht van Java naar onze eilanden tegen. Voor onze veiligheid moest het leger daarom, tijdelijk, op dienstbevel naar Holland. We zouden na zes maanden weer terug kunnen keren, als de rust in Indonesië bedaard was. Dat was het idee.

Op 21 maart 1951 arriveerden we, na een wekenlange bootreis, samen met 12.500 andere Molukkers in Rotterdam. Ik was vier jaar oud. De aankomst in de haven herinner ik me nog, verder weet ik hier weinig meer van. We werden in voormalige werkkampen als Huizen, of na-oorlogse doorgangskampen als Westerbork geplaatst. Alles was erop gericht dat we op korte termijn terug zouden keren. Maar dat gebeurde niet. Mijn vader mocht na zes jaar pas officieel werken. Na 19 jaar kregen we een huis. Uiteindelijk werd ons verblijf in Holland permanent.

Max with a drum.

Ik zeg altijd: ‘Onder de klapperboom [kokospalm] geboren, onder de appelboom begraven.’ Zo is het mijn vader en moeder vergaan, en zo zal mijn lot waarschijnlijk ook zijn. Pap praatte niet over het verleden. Soms zag ik echter aan hem dat hij het moeilijk had. Hij huilde veel. Samen met andere Molukse families werd hij vaak dronken. Bols jenever dronken ze. Als ze dronken waren, vergaten ze hun zorgen, denk ik.

Ik en mijn broers en zussen gingen naar een lagere school in ’t Gooi, als enige niet witte kinderen.

Pap werkte lang bij Balamundi, een vloerzeilfabriek. Anderen gingen werken bij bedrijven als Philips, de visfabriek, een bouwbedrijf en een kaasfabriek. Niemand kon Nederlands, dus het was niet gemakkelijk om werk te vinden. Elk jaar op 25 april, de dag dat de Molukkers de proclamatie van de vrije Republiek der Zuid-Molukken herdenken, demonstreerden de Molukkers in Den Haag. Als kind liep ik mee, achteraan in de stoet. ‘Nederlandse staat, los je schuld in!’ was de oproep. Ze moesten ons laten terugkeren naar huis. Maar de staat was stil.

Ikzelf deed mijn best op school. Ik en mijn broers en zussen gingen naar een lagere school in ’t Gooi, als enige niet witte kinderen. Het was 2,5 uur lopen, elke dag. Er waren Hollandse families die zich om ons Molukse kinderen bekommerden, en ons uitnodigden voor de lunch tussen de middag. Dan hoefden we niet heel dat eind weer terug te lopen. Ik vond dat toen al heel vriendelijk van ze. Ik weet nog dat mijn vader op een dag een fiets voor mij kocht. Om me te helpen naar school te gaan. Later besefte ik pas dat deze fiets hem zoveel had gekost, dat het vijf jaar duurde voordat mijn vader het af had betaald.

Newspaper clippings.

Op school rondde ik het MULO B (Meer Uitgebreid Lager Onderwijs) af, met wiskunde en natuurkunde. Maar toen wist ik niet wat ik verder moest leren. Zou ik nog veel langer in Holland blijven, of op den duur weer terugkeren naar de Molukken? Welk beroep zou het nuttigst zijn in beide landen? Uiteindelijk koos ik voor scheepswerktuigkunde, in Amsterdam. Ik had geen idee wat het was. Toen ik de uniformenlijst kreeg, stond ik versteld. Moest ik varen? We zouden alle oceanen van de wereld gaan bevaren. Dat wist ik niet eens! Ik werd ingeschreven met mijn rijbewijs, mijn roze ‘Statenloze’ paspoort gold immers niet.

Inmiddels ben ik met pensioen. Ik heb decennialang gevaren, naar Afrika, Amerika, Azië, en gelukkig vaak ook de Molukken. Ik draag nog steeds Molukse elementen mee. We zeggen bijvoorbeeld altijd tegen elkaar: Lain sayang lain: Help elkaar. Stel je de Molukken eens voor, ruim duizend eilanden waartussen al duizenden jaren contact bestaat. Maar tussen de eilanden ligt alleen maar zee: dus je moet roeien, doorzetten. Dit kunnen we alleen als we elkaar helpen.

Natuurlijk zijn er normen, gewoontes, waarden, die onze cultuur vormen. Maar dit is niet rigide: het is constant aan verandering onderhevig.

Maar ik draag ook de Nederlandse cultuur in me. Van mijn collega’s heb ik geleerd: ‘Denk ook eens aan jezelf’. Als Molukkers zijn we altijd met anderen bezig: als de ander het maar naar zijn zin heeft. Als ik op kantoor lunch voor collega’s haalde, vroegen ze me nadien: ‘Hoeveel was het?’, waarop ik antwoordde: ‘Ach, laat maar zitten’. Lain sayang lain. Tegenwoordig is het anders. Als mensen zeggen: ‘Stuur je een tikkie?’, dan stuur ik ze er één. Ik denk aan mezelf. Maar alleen als mensen er actief om vragen.

‘Ga naar school en help de Molukken’, ik probeer mijn vaders boodschap nog altijd na te leven. Naar school gaan heb ik inmiddels voldoende gedaan. Maar de Molukken helpen nog niet. Als bestuurslid van Stichting Happy Green Islands reis ik geregeld naar het eiland Saparua om de mensen te helpen, onder andere in duurzaamheid. Onlangs hebben we bijvoorbeeld het plastic-probleem aangepakt, door het als betaalmiddel voor onder andere Engelse les te laten gebruiken. Zo krijgt plastic een waarde en wordt het niet zomaar in de bosjes gegooid. Belangrijk is dat ik er niet heen ga met een houding: ‘Ik kan het beter en zal je laten zien hoe het moet’, dat is neokoloniaal. Nee, ik probeer te delen wat ik weet.

Max with photographs.

Ik zou Nederlanders, maar ook mensen elders ter wereld, inclusief mijzelf, willen meegeven dat je cultuur niet iets vasts is. Wat is ‘echt Amsterdams’, of ‘echt Moluks?’. Natuurlijk zijn er normen, gewoontes, waarden, die onze cultuur vormen. Maar dit is niet rigide: het is constant aan verandering onderhevig. Daarom zou ik willen zeggen: respecteer elkaars gewoontes, en probeer niet te veel vast te zitten in je eigen cultuur.


Interview: Joost Backer
Editing: Joost Backer
Foto's: Esther Frank

Over het MYgration Project

Wat is het MYgration Project, en wie organizeert het?

MYgration is een samenwerking tussen het Wijdoenmee! initiatief, het Haella Fonds, Correspondents of the World, en Broadcast Amsterdam.

Het publieke debat over migratie in Nederland blijft gepolariseerd. Aan beide kanten van het spectrum wordt in de reguliere media vaak gesproken over immigranten, vluchtelingen en asielzoekers, met als gevolg dat de verhalen een wij/zij-kloof in stand houden. MYgration probeert deze kloof te overbruggen door een ruimte te bieden waar mensen hun verhaal in hun eigen woorden, en op hun eigen manier, kunnen delen. Daarmee biedt MYgration een multidimensionaal portret van deze ervaringen rondom migratie.

Help ons alsjeblieft deze verhalen op welke manier dan ook te delen. Samen kunnen we het begrip van onze samenleving over migratie - en de mensen hierbinnen - verbeteren.

Ontdek meer verhalen

Zeynep Killi

Zeynep is geboren in Kürecik in Turkije. In 1985 kwam ze als Koerdische politieke vluchteling naar Nederland.

Lees meer

Pavel en Evgenii

Pavel en Evgenii kwamen in 2018 naar Nederland. Ze ontvluchtten hun thuisland Rusland na bedreigingen van de Russische overheid rondom hun voltrokken homohuwelijk.

Lees meer

Ghada Bahri

Ghada gaf Engelse les in heel Syrië – terwijl ze zijn zes kinderen opvoedde. Toen zijn oudste zoon de middelbare school afrondde en het risico liep om het leger in te moeten, vluchtte ze met zijn gezin naar Turkije.

Lees meer
Shi Ying

Shi Ying

Shi is in 2015 met haar ouders uit China naar Nederland gekomen. Als christenen waren ze niet meer veilig, en moesten ze vluchten.

Lees meer

Asia Hussain

Asia is geboren en getogen in Brabant. Ze voelt zich migrant op meerdere vlakken: cultureel, ethnisch, maar ook met betrekking tot gender en geslacht.

Lees meer

Over het MYgration Project

In dit project ontmoet je verschillende mensen die om uiteenlopende redenen hun eigen land hebben verlaten om naar Nederland te komen. Ontdek waarom.

Lees meer

MYgration is een samenwerking tussen

© 2024 by Correspondents of the World.
Template by CocoBasic. Webdesign by Janosch Haber. Contact: joost@correspondentsoftheworld.com